007 – Sint Lidwinaschool – herinneringen

1951 – 1957
Door: Frans Blaas. Geboren maart 1945 in de Makassarstraat 12-2 hoog. Van 31-03-1950 tot 02-04-1959 in de Watergraafsmeer gewoond in de Jennerstraat nr 24hs. Daarna verhuisd naar Nieuw West, Thorn Prikkerstraat en later Derkinderenstraat en verder nog op diverse adressen. Hij woont nu alweer heel veel jaar in Brazilië.

Mijn eerste jaar 1951/52 bij juffrouw A de Wolf in klas 1A, zie foto
Hier heb ik geen goede herinneringen aan. Juffrouw de Wolf sloeg je met een liniaal op je vingers als iets haar niet zinde. Voorts koos ze jongens uit om voor haar een mok gloeiend hete chocolade melk te gaan halen bij haar moeder op het Linnaeushof. Aangezien ik een nagelbijter was en op mijn vingers kloof had ik een dunne huid en was het onmogelijk die mok zonder de vingers te verbranden op te halen.
Het tweede jaar, 1952/53, had ik meester W. Duijvelshoff die ook wel Apie werd genoemd omdat die op de motor kwam, met een zwartleren motorpak en helm en motorbril op.

Zo gemeen, ik zei maar dat ik het had gedaan
In de derde klas, jaar 1953/54, was meester E. Willebrands, een broer van de Kardinaal, de klassenleraar en hier heb ik de slechtste herinneringen aan. Tijdens een gymnastiekles was er iets van iemand ontvreemd in de kleedruimte en de meester liet de hele klas nablijven tot de dader zich zou melden.Ik vond dat zo gemeen, iedereen laten “boeten” voor een dief… dat ik na een uurtje mijn vinger opstak en zei dat ik het had gedaan… Nadat iedereen de klas had verlaten zei ik tegen hem dat ik het niet had gedaan, maar dat ik het erg gemeen vond dat iedereen moest blijven zitten.

Niet verhoogd naar de vierde klas
Aan het einde van het schooljaar bij de uitreiking van de rapporten kreeg ik mijn rapport met de snerende opmerking van hem, “en jij mag het lekker nog eens overdoen”. Tja, met een 4 voor rekenen, een 5,5 voor Nederlandse taal en een 5 voor lichamelijke oefeningen werd ik niet verhoogd naar de vierde klas. Lichamelijke opvoeding was laag omdat ik met geen mogelijkheid in het touw omhoog kon klimmen, niet wist hoe je je voeten om het touw moest klemmen en kennelijk te zwakke armen had. Dat maakte het mij onmogelijk. Volgens mij ging het mij met de andere oefeningen wel goed af.

De volgende leerjaren ging het veel beter
Dit blijven zitten en de derde klas overdoen is altijd blijven hangen als gevolg van dat allemaal nablijven na dat akkevietje met die diefstal uit de kleedkamer wat ik zeer beslist niet had gedaan.
Het tweede jaar derde klas sloot ik met veel betere cijfers af, met meester Jaspers (? Moeilijk leesbare handtekening). De vierde klas had ik meester H.B. Voorthuijzen en sloot ik ook af met goede cijfers. De vijfde klas had ik meester J.H. Kok die goed bevriend was met onze buurman Schipper waardoor ik en mijn broer niet werden uitverkozen tot klaar-overs maar onze buurjongens wel!De directeur in al deze jaren was Joh. Ram die ook op het Linnaeushof woonde en, zo las ik, later werd opgevolgd door J.H. Kok.

Players sigarettenplaatjes en een schokkend incident
Tijdens de pauze werd er geknikkerd op de stoep rechts naast de ingang van de school en we verzamelden in die tijd “players” sigarettenplaatjes.
Een incident en de naam van de klasgenoot zijn mij lang bijgebleven maar inmiddels vergeten. Hij zat rechts naast mij en zei “Kijk eens!” Had hij zijn gulp open en zijn lul eruit. Schokkend. Weet nu niet meer in welke klas dat was. Jaren geleden had ik wel heel kort e-mailcontact met een broer van hem.

Spijbelen tijdens de schoolmis
In de jaren van de vierde en vijfde klas hadden we op woensdagmorgen een gezamenlijke schoolmis in de Martelaren van Gorkumkerk, maar toen dat ons ging vervelen gingen we spijbelen. We, ik en mijn twee broertjes, keken even door een kier van de deur wie de mis deed en gingen dan via het poortje naar het park om te spelen. Weten wie de mis deed, omdat moeder dat ons meestal vroeg. Na het spelen zorgden we ervoor op tijd bij de kerk te zijn om ons te voegen bij de stroom kinderen op weg naar school.

In het koor bij meester Willebrands
Met mijn oudste, jongere, broer hebben we in het koor van de kerk gezongen onder dirigent meester E. Willebrands. De zesde klas heb ik gedaan op het Sint Radboud internaat in Medemblik. Lang heb ik gedacht dat dat de straf was voor het spijbelen van de woensdagochtendmis in de kerk.