31 december 1987 – 1 januari 2004
Auteur: Dineke Rizzoli – Verteller: Ed Meijer (1951) is onderhoudsmedewerker op de ‘Nieuwe Ooster Begraafplaats’. Sinds 1988 voert hij met plezier schilderwerk en technisch onderhoud uit. Hij geniet erg van de mooie natuur en werken in deze zinrijke omgeving schenkt hem veel voldoening.
“Begraven is een gevoelig onderwerp, kunt u daar rekening mee houden?” vraagt Amsterdammer Ed Meijer voorzichtig. Ed is van beroep gediplomeerd onderhoudsschilder. Zo kwam hij op de ‘Nieuwe Ooster Begraafplaats’. Zijn vorige werkgever stuurde hem er namelijk heen om schilderwerk uit te voeren. Het werk op de ‘Nieuwe Ooster’ gaf Ed zoveel voldoening dat hij solliciteerde op de vacature ‘medewerker onderhoud’.
Sinds november 1988 heeft hij de topbaan: “Alle seizoenen kan ik beleven in een prachtige omgeving. De bomen en bloemen, al die vogels. De ene helft van mijn tijd verzorg ik het schilderwerk aan de Aula-Crematorium, de banken en hekken en de huizen. Ja er staan huizen, een steenhouwer en een tuinman wonen op het terrein. De andere helft van mijn tijd besteed ik aan technisch onderhoud en ik doe ook portierswerk, zoals vandaag. Vanaf januari 2004 is de begraafplaats een intern verzelfstandigde gemeente-instelling. Dat stimuleert ons om de begraafplaats nog mooier te maken. We hebben een geweldig team van ongeveer vijftig mensen. Ieder heeft zijn eigen kennis en interesse.”
Ed reikt de folder ‘bomenroute’ aan: “Één van ons weet bijvoorbeeld veel van boomsoorten en daarom kan de ‘Ooster’ deze rondleidingwandelingen zelf uitvoeren. Maar het blijft vooral belangrijk dat de individuele bezoeker rustig kan gedenken, mediteren en een nieuwe weg inslaan.” Ed vertelt verder enthousiast over de toekomstplannen: “De algehele herinrichting van het stiltepark is – met respect voor het verleden – al begonnen. De inrichting van het uitvaartmuseum in het huis rechts naast de hoofdingang begint in 2004. We hopen dat het museum open gaat in 2005. Het is een uniek project.”
Wilma de Jager-Eigenhuis zegt
Timmerman op de Ooster
Mijn vader kwam toen de oorlog afgelopen was direct in dienst van de Nieuwe Ooster. Hij was timmerman en solliciteerde op de functie ‘medewerker onderhoud’. Op school zei ik altijd dat mijn vader gemeente-ambtenaar was omdat kinderen in de klas riepen, als ik vertelde dat hij timmerman op de begraafplaats was.. ‘maakt-ie kisten’?…Nee dus, hij werkte op het terrein, aan de gebouwen etc. van ’45 tot ’70. Daarna maakte hij promotie en tot groot verdriet van de kinderen verhuisden we naar crematorium Westgaarde. Destijds aan het eind vd wereld in Osdorp, een grote kale vlakte waar wij kinderen ons nooit thuisvoelden. Nooit meer op woensdagmiddag even gedag zeggen. De timmerzolder beklimmen, we kregen altijd wel een kwartje voor een ijsje van een van de collega’s. En het rook er zo heerlijk naar verse krullen. Daarna lopen over de begraafplaats, ik wist destijds niks van planten en bomen. Maar wel dat ik het mooi vond en bijzonder. Als ik er nu nog weleens kom (met ouder worden vallen er ook steeds meer mensen weg) denk ik vaak aan mijn kindertijd terug toen mijn vader daar nog werkte.
Jo Haen zegt
Nieuwe Ooster krabbelt weer overeind
Bron: Diemer Courant 28 augustus 1996
Alle rechten voorbehouden