Bron: Het Parool
Door: Dylan van Eijkeren
Streetart te koop op station Amstel bij galerie Spaklers: ‘Neem een boormachine mee, dan help ik met ophangen’
Elke dag openen nieuwe winkels, restaurants en cafés in Amsterdam. In onze rubriek Net open lees je erover. Vandaag: Spaklers Urban Gallery, een galerie op een jaloersmakend mooie plek.
In de hal van het Amstelstation zit uiteraard een AH To Go, een Etos, een Rituals en een Burger King. Maar er is ook, op de plek waar een jaar of tien geleden zich nog een mensvriendelijk kaartjesloket bevond, tegenover het hypermoderne RDW-goedgekeurde pasfotohokje (waar sinds mensenheugenis een pasfotohokje staat), een galerie gevestigd en de naam is Spaklers.
Een jaar of vijf geleden opende Jan Karle (67) samen met een compagnon galerie Spaklers aan, u raadt het niet, de Spaklerweg. “Dat was mijn droom,” zegt hij, “ik ken wat kunstenaars zoals Hugo Kaagman en Kamp Seedorf, en ik ken wat mensen in het circuit eromheen.”
Komt de coronacrisis, zit je in een duur pand in het Amstelkwartier, loop je vaak door de magnifieke hal van het Amstelstation, zie je een bloemsculptuur verwelken in een desolaat hoekje, dan ga je bellen en mailen. Want Karle zag het als een prima symbiose: zijn streetart, urban zo u wilt, in de nabijheid van treinen en stations; niet meteen graffiti, maar wel kleurrijk en prominent.
Het Amstelstation is altijd al een thuis voor de schone kunsten geweest. Sinds 1939 zijn er twee wandschilderingen van Peter Alma te zien in de hal, in 2003 kwam daar een tableau van Alma bij (afkomstig uit het gesloopte Marnixbad). Van datzelfde jaar dateren twee beelden, Terugblik en Toekomst der Spoorwegen, van Theo van Reijn. In 2006 werden de panelen van het techniekgebouwtje aan het eind van spoor vier opnieuw ontworpen door Serge Verheugen.
In 1977, bij de opening van het metrostation, werd het kunstwerk Ruimtediagonaal van Ruud van de Wint onthuld, een 41 meter lange buis van 16 centimeter doorsnee die diagonaal in de stationshal hing. Dat werk is na een decennium verwijderd.
In een vorig leven was Jan Karle vormgever. De vooruitgangspracht en –praal van de vroege jaren dertig in de stationshal is bepaald aan hem besteed. Laat de manager die over de verhuur van de ruimten ter plekke gaat de symbiose tussen de interbellumdesigns en Spaklers neonkleurige kunst ook niet helemaal zijn ontgaan, et voilà: vanaf 50 euro koopt de passant een kunstwerk in de stationshal.
Tevens sympathiek en pal om het hoekje van de galerie: een indoorstraatruilbibliotheekkast, waarin passanten niet louter boeken achterlaten, maar soms ook een pak pasta of waspoeder. Voor wie nog even twijfelt over welk boek of welk kunstwerk bij Spaklers, spelen reizende pianisten deuntjes (of hele werken van Beethoven) op de NS-piano.
Karle: “Het werk dat we aanbieden, is veelal vrolijk en open, kunst die in musea nog niet zo onder de aandacht wordt gebracht. Iedereen stapt hierbinnen: toeristen, forensen, moeders die met hun kinderen uit de opvang komen ook. Het is een geweldig leuke plek om te zitten: kijken zij niet naar binnen, kijk ik wel naar hen, naar buiten. Alles komt hierlangs.”
Sta je dan, met je net gekochte kunstwerk van een meter bij 70 centimeter, in een stationshal. Jan Karle: “Binnen Amsterdam breng ik thuis, neem een boormachine mee, en desgewenst help ik met ophangen aan je muur.”
Art & Amstelstation
In 1932 was de stad ongelukkig met al die gelijkvloerse kruisingen in Amsterdam-Oost – tussen Centraal Station en De Omval. Voorgesteld werd om het spoor op een dijklichaam te leggen en het verouderde Weesperpoortstation te sluiten, opdat er een rechtstreekse verbinding tussen Utrecht en CS zou komen.
Daartoe werd het Amstelstation gebouwd, op een plek die op 26 juli 1939 een naam kreeg: Julianaplein. Het station werd ontworpen door, onder anderen, Cornelis van Eesteren. De heipalen gingen augustus 1937 de bodem in; op 15 oktober 1939 opende koningin Wilhelmina het station.
Geef een reactie