1737 – 1935
Bron: 350 Jaar Watergraafsmeer van J.H. Kruizinga
In de Noordwesthoek van Watergraafsmeer vonden we in de achttiende, negentiende en ook nog wel in de twintigste eeuw vier lanen waar zich veel pleziertuinen en kleine buitens bevonden. Ze hadden vaak de meest wonderlijke namen zoals b.v. Meer Lugt, Meer Werk, Meer Lust en Welmeer enz.
Aan de noordoostzijde van de Pauwenlaan lag een speeltuin, die Meerstad heette en die in 1737 in handen kwam van mr. Daniël Gildemeester, de vader van de eigenaar van Frankendael. Een latere eigenaar van Frankendael, Jan Jacob Vermeeren, was bezitter van hofstede De Witte Haan, gelegen tussen herberg De Schulp en de Pauwenlaan. Hij kocht die in 1740 voor slechts ƒ 2500,–.
Dijkgraaf en baljuw Jacob Cuyck van Nierop bezat de pleziertuin “Binnenbest’, naast de Schulpbrug op de Ringdijk; in 1750 bedroeg de waarde hiervan ƒ 3000 waarbij nog ƒ 100 kwam ‘voor de beelden, pedestallen en andere tuinsieraden’.
Een buitenplaats van dezelfde naam (Binnenbest) lag aan de Weesperzijde, ongeveer op de plaats van de tegenwoordige oostelijke oprit van de Berlagebrug. Dit herenhuis werd omstreeks 1850 gebouwd en sindsdien bewoond door jhr. Van den Berg.
Later raakte dit huis in handen van de familie van Hall, die het in 1915 aan de heer G. van Schaik verhuurde. In die tijd werden er sportvelden aangelegd, er werd gehockeyt en getennist, padvinders hielden er hun oefeningen en er verrees een kinderspeeltuin van de Willibrordusparochie. In 1935 moest Binnenbest plaats maken voor het Amstelstation. De heer van Schaik had inmiddels in 1926 Nieuw Binnenbest (bij de voormalige garage Slagboom) gekocht, dat echter in 1936 eveneens moest verdwijnen, nl. voor de aanleg van de Gooiseweg.
Jo Haen zegt
Het oude Binnenbest is met tuin en tennisbaan bedolven onder de 1.000.000 m3 zand dat voor de aanleg van het Amstelstation nodig was.
Bron: Watergraafsmeer, eens een parel aan de kroon van Amsterdam – J.H. Kruizinga