31 december 1942 – 31 december 1964
Door: Fred Gijbels woonde van 1943 tot en met 1964 in de Schollenbrugstraat op nummer 24 1-hoog.
In de loop van de jaren vijftig en zestig werden de trapveldjes allemaal bebouwd.

De portieken aan de Schollenbrugstraat waren perfect voor het spelen van verstoppertje en voor de (eerste) amoureuze ontdekkingsreizen. De vriendjes die ik mij herinner waren Jantje Rubenkamp, Hans Leschot, Albert Slager, Tonny van der Schaaf, de zussen Marijke en Els de Graaff en Simone de kleindocher van een mevrouw die woonde op nummer 23 bel-étage. Een vriendje van de kleuterschool, André Groothuizen, woonde in de Overamstelstraat. Hij verdronk in de Amstel tegenover Café Hesp. Hij werd begraven vanuit de Thomas van Acquino kerk in de Rijnstraat. Alhoewel ik er niets van begreep, maakte de gebeurtenis een grote indruk op me.
In de buurt waren verschillende trapveldjes waar we konden voetballen. Want voetballen op de straat was riskant. De politie nam dan je bal in beslag nam en fietste met de bal achterop de bagagedrager ermee weg. Vlak na de oorlog was er bijna geen speelgoed, dus een voetbal was een grote luxe! Een van de veldje was tegenover de Schollenbrugstraat, daar was langs het water een braakliggend veldje met de villa van de Bertels familie. En aan de andere kant van de spoordijk was ook zo’n trapveldje, waar nu de banketbakkersschool is.
In de loop van de jaren vijftig en zestig werden de trapveldjes allemaal bebouwd. Tegenover het water van de Schollenbrug werd de school voor het midden- en kleinbedrijf gebouwd en de Bertelsvilla vervangen voor de hoogbouw van een verkeringsmaatschappij. En aan de andere kant van de spoordijk werd het hoofdkantoor Renault Nederland gebouwd. Tijdens de bouw van het Renault gebouw was ik er keetjongen en maakte ik’s avonds de keten van de bouwvakkers schoon. Mijn moeder was ‘koffiejuffrouw’ van de directiekeet en beheerde na de bouw het directierestaurant van Renault. Naast Renault werd de banketbakkerschool gebouwd die vanuit de Quellijnstraat verhuisde.



O.R.J. de Bie (Dolf)
Deze reactie word korter dit keer. Ik woonde in de Jan Bernardusstraat 19-huis van 05-12-1930 tot medio 1956, maar ken de in het verhaal genoemde personen niet. Het beste bewijs voor de stelling van Gijbels dat de mensen uit de twee blokken niet of nauwelijks met elkaar omgingen! Ik ben zelfs expres zaterdag 10-02-2007 naar de Schollenbrugstraat 24 wezen kijken, want ook de naam Gijbels zei mij niets. Nog een kleine correctie: de villa was van de Fam. Bertels (niet Bertuls) van de arachide oliefabriek op de Omval, waarvan in een van de laatste oorlogsjaren een tank lekraakte en de olie in de slootjes stroomde tussen Omval en Weesperzijde. Tientallen mensen hebben toen olie van het water geschept ook wij en ons olielampje (elektra was afgesloten) heeft er nog lang op gebrand. Dat de elektriciteit was afgesloten kwam omdat de Duitsers in de Amstelgarage zaten met, ik meen, General der flieger Jansen. De twee blokken zaten op een trafo die ingeschakeld werd en om te voorkomen dat er burgers licht betrokken, werden in alle huizen van de twee blokken de zekeringen in het trapportaal verwijderd. Jammer voor de Duitsers had ik toen al een sleutel van die kast en passchroeven 25 Amp. en D- patronen. De eerste keer dat we de patronen aanbrachten begon met veel lawaai de kolomboormachine in de smederij van Boeré & van Meteren te lopen op no. 17. Van Meteren woonde op de Weesperzijde boven Hesp, hij werd gehaald en heeft alle apparatuur in de smederij uitgeschakeld . Wij hebben nog lang licht gehad, s’avonds de zekeringen er in en s’morgens er weer uit. Hoe we het probleem met de guldensmeter opgelost hebben, weet ik niet meer. Reacties:
Een interessant verhaal Fred Gijbels ! Ik heb van 1944 tot 1960 in de Marcusstraat nr.5 huis .
Wij speelden vroeger ook altijd op dat veld waar later de Banketbakkersschool kwam !