Bron: Gemeente Amsterdam – december 2022
Amsterdam is drie beschermde stadsgezichten rijker
Bijna 3 jaar geleden deed een aantal erfgoedverenigingen een aanvraag voor de aanwijzing van 3 bijzondere woongebieden in Amsterdam als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Afgelopen woensdag 30 november heeft de gemeenteraad ermee ingestemd om de Admiralenbuurt, Oud-Zuid en Betondorp de beschermde status te geven. Ontstaan in verschillende periodes en verspreid gelegen over de stad, hebben deze gebieden elk hun eigen ontstaansgeschiedenis en identiteit. Wat ze echter gemeen hebben, is de belangrijke plaats die het groen er inneemt in het stedenbouwkundig geheel.
Betondorp
Tuindorp Watergraafsmeer, zoals de officiële naam van Betondorp luidt, werd tussen 1923 en 1927 gerealiseerd volgens een stedenbouwkundig plan van de architecten Gratama en Versteeg, die in dezelfde periode ook aan Plan West werkten. Evenals daar, baseerden zij zich bij Betondorp op een al voor de annexatie van 1921 ontwikkeld plan. Daarmee houden de overeenkomsten met de Admiralenbuurt op, want het stedenbouwkundige plan van Tuindorp Watergraafsmeer komt, anders dan daar, duidelijk voort uit de tuinstadgedachte. Ontstaan aan het einde van de negentiende eeuw, behelsde die het ideaal van een zelfvoorzienende satellietstad voor arbeiders met veel groen en voorzieningen, ver van de overbevolkte stadscentra met hun vervuilende fabrieken. In de Nederlandse situatie kregen dit soort wijken, gebouwd aan de toenmalige stadsranden, de gedaante van tuindorpen met een besloten dorpskarakter. Kaarten en luchtfoto’s uit de ontstaanstijd laten goed zien hoe afgezonderd Tuindorp Watergraafsmeer destijds in de polder lag.
Veel gebouwen rond de Brink waren al beschermd als monument
Pleinen, hoven en het groen vormen belangrijke ankerpunten in de radialenstructuur van Betondorp. Op het centrale plein, de Brink, komen alle radiaalstraten samen – een unieke opzet voor Nederlandse tuindorpen. Veel gebouwen rond de Brink zijn al beschermd als monument, maar het is ook van belang dat de grotere stedenbouwkundige samenhang van de wijk als geheel, die nagenoeg onaangetast is, bewaard blijft. De architectonische invulling van het stedenbouwkundig plan is het werk geweest van een aantal gerenommeerde architecten, onder wie Dick Greiner en Johannes Bernardus van Loghem.
Experimentele betonbouw het meest in het oog springend
Hoewel een groot deel van Tuindorp Watergraafsmeer bestaat uit baksteenbouw, is de experimentele betonbouw in het noordelijke deel vanaf de Brink het meest in het oog springend. In de jaren van materiaalschaarste na de Eerste Wereldoorlog was de keuze voor het relatief goedkope beton begrijpelijk, maar al snel na de oplevering leidde dit tot de nodige bouwtechnische problemen. Ondanks de isolerende bekledingen die in latere tijden zijn aangebracht en andere renovatieve ingrepen, is de expressieve architectuur van Betondorp op de meeste plaatsen nog goed te ervaren zoals die bedoeld was.
Sterk socialistische signatuur
Van cultuurhistorisch belang is daarnaast de zichtbaarheid van de wijkgedachte, met haar functieverdeling van wonen, winkels, scholen, een buurthuis en een bibliotheek. Ook de oorspronkelijk sterk socialistische signatuur van Betondorp, waar bij voorbeeld het ontbreken van een kerk een vanzelfsprekendheid was, is nog aan de wijk af te lezen. De komst van relatief veel Joodse bewoners leidde in 1928 daarentegen wel tot de bouw van een kleine synagoge. Van het destijds uitgebreide Joodse winkelaanbod zijn ook nog steeds sporen aanwezig. Verder is Betondorp natuurlijk bekend als de plek waar beroemdheden van zeer uiteenlopend kaliber als Johan Cruijff, de broers Karel en Gerard van het Reve en Ed van der Elsken opgroeiden.
Geef een reactie