1940 – 1994
Auteur: Jac van de Kar
Bron: Boekje 50 Jaar na de bezetting – brochure 4/5 mei uitgegeven in 1995
Illegale blad Vrij Nederland
Kees Troost, die als onderwijzer dienst deed op de Hogewegschool, heeft vanaf september 1940 samengewerkt met onder andere Piet Buitendijk, Govert Somsen en Jan Kassies. Ze zagen de gevolgen van de oorlog en besloten het illegale blad Vrij Nederland uit te brengen. Ze waren de medeoprichters van Vrij Nederland, dat nog steeds als weekblad verschijnt.
Brieven, die ze in brievenbussen stopten
Ze verzorgden in het begin zo een 250 brieven, die ze in de brievenbussen stopten. Later werd door connecties met anderen dat getal van verzending verhoogd. Steeds meer mensen begonnen die brieven te lezen. Verschillende vrienden hebben een samenwerkingsverband gezocht en zich bij hen aangesloten. Zoals F. Hofker, J. van der Neut, J. Bolk, Mr. van Namen (na de oorlog een aantal jaren voorzitter van de Stichting 1940-1945), G. Assink, Dick van Veen, D. Levendig en H.M. van Randwijck.
40.000 Manifesten per keer verspreid
Doordat de groep steeds groter werd is zij opgemerkt en werd er verraad gepleegd en zijn verschillende leden gearresteerd. Toch werd de uitgave van Vrij Nederland de hele oorlog voortgezet. Uit het gesprek dat ik (Jac. van de Kar) met Jan Kassies heb gevoerd, bleken de meeste medewerkers uit de Watergraafsmeer te komen. Er zijn meer dan 40.000 manifesten per keer verspreid en dat heeft een hoop Nederlanders op het goede spoor gehouden.
Opgepakt en gearresteerd
Jan Kassies werd gearresteerd en veroordeeld tot zeven jaar tuchthuisstraf. Hij werd van Scheveningen naar Duitse tuchthuizen en gevangenissen gebracht. Het langst zat hij gevangen in Düsseldorf. Hij werd in mei 1941 opgepakt en in mei 1945 bevrijd. Ook Troost en Buitendijk maakten de ellende van de Duitse gevangenissen mee. Troost is in maart 1941 gevangen genomen.
De journalist Gerard Mulder schreef 19 augustus 1994 in de Journalist dat er een gedenksteen moet komen in de geval van de Hogewegschool ter nagedachtenis aan hen die bovengenoemd werk deden en gevallen zijn bij het uitoefenen van hun plicht om te strijden tegen de gruweldaden van de Duitse overheersers. Vrij Nederland is de hele oorlog illegaal verschenen en bestaat nog steeds.
Lees ook: Duitse inval op de Hogewegschool
Aart Janszen zegt
Aart Janszen
Ter aanvulling op bovenstaand artikel: de Hoogewegschool was dus bepaald niet de bakermat, de connectie is (slechts) één leerkracht : Kees Troost en de vriend van de zoon van het schoolhoofd, Jan Kassies. Maar zoon en vader Koning komen niet in deze geschiedenis voor.
AART JANSZEN zegt
Watergraafsmeer-groep
De Duitse bezetting van Nederland was nog maar een paar maanden toen Jan Kassies, nauwelijks 20 jaar, in het verzet terecht kwam. “Ik weet nog hoe ik 15 mei [1940] over de radio hoorde dat we de klok een uur en veertig minuten vooruit moesten zetten om gelijk te komen met de Duitse zomertijd. Een vernedering vond ik dat.” Hij wilde iets doen, maar wat? Via zijn gereformeerde vrienden kwam Jan in contact met Frans Hofker, die de spil was in het kleine illegale netwerk dat het ondergrondse krantje Vrij Nederland maakte. Na het derde nummer wilde Hofker er mee stoppen en zo vormde zich de Watergraafsmeer-groep van verschillende gereformeerde zielen, rond de charismatische Kees Troost, onderwijzer aan de gereformeerde lagere school aan de Hoogeweg. Jan kende Kees, via zijn vriend en medeleerling op het geref. lyceum Jaap de Koning, wiens vader toen hoofd van die lagere school was.
De ‘groep-Troost’ gaf vanaf het vierde nummer, in december 1940 aan het blaadje VRIJ NEDRLAND het karakter van een ‘echt’ berichtenblad met actuele kopij en redactionele beschouwingen.
De groep groeide snel met diverse schrijvers en redacteuren, drukkers op verschillende plekken waar het blaadje werd vermenigvuldigd op een stencilmachine. Daarna kwam Jan’s taak : de distributie onder de groeide lezerskring. Hij had geleidelijk een echte krantenwijk, leverde stapels af bij andere vrienden, die op hun beurt ook weer stapeltjes doorgaven; het kwam neer op het eindeloos doorgeven van telkens kleiner wordende stapeltjes. Het systeem functioneerde goed, al dacht Jan Kassies wel eens, wanneer hij bepakt en bezakt door het winterweer fietste: “Het is nu toch wel knap link wat ik aan het doen ben.”
De omvang van de nummers was in vergelijking met de eerste exemplaren meer dan verdubbeld, van vier naar tien aan twee kanten betikte vellen en naarmate “VN” beter werd geredigeerd en verspreid, was de bezetter meer serieus op zoek naar de makers. Toen er in 1941 negen nummers waren verschenen, werd de groep reeds opgerold. Eind februari 1941 vonden agenten van de Sicherheitspolizei (Sipo), uiteindelijk een draadje, “ze hoefden er alleen maar aan te trekken om het hele breiwerk te ontrafelen.” Het ging dus mis : Kees Troost, de ’hoofdredacteur’ van Vrij Nederland sinds najaar 1940 werd als eerste op 3 maart 1941 opgepakt, waarna een golf van arrestaties volgde, tot en met die van Jan. Al die tijd ging hij gewoon overdag naar zijn accountantsbaan, waarna hij ’s avonds samen met Arie van Namen doorging met het voorbereiden van het nieuwe nummer van Vrij Nederland. Vrijdagavond 9 mei 1941 wordt Jan opgepakt en beland tenslotte, via de “Weteringschans’ en ‘Scheveningen’ veroordeeld door een ‘Sondergericht’ tot zeven jaar tuchthuis, die hij grotendeels als dwangarbeider in Lüttringhausen in het Ruhrgebied doorstond.
[uit een artikel waarbij de auteursnaam ontbreekt, op de site van NIOD : 546-185a/1b ‘De watergraafsmeergroep’ – 20-09-2016]