1978 – 2003
Door: Henk Brandt en Matty Veldkamp, bewoners van de Zacharias Jansestraat
In 1978 hebben we ongeveer een half jaar gezocht naar een huis waarin we ons thuis zouden voelen. We woonden destijds in de Bijlmer. Henk woonde daar al een aantal jaren naar volle tevredenheid, ik kwam van de Hoogtekadijk. Na een flink aantal huizen te hebben gezien, konden we al aan de buitenkant van een pand zien of het ons zou bevallen.
Direct al een goed gevoel
De eerste blik in de straat en vooral het huis dat te koop was gaf ons direct al het gevoel dat dit goed zat. Eenmaal binnen trok ons de lichtval van de tweede verdieping ons bijzonder aan. Zonlicht werd gefilterd door de bladeren van de grote boom voor het huis. Het interieur was voor een groot deel intact gelaten: in drie kamers waren er nog zwartmarmeren schoorsteenmantels, op de woonverdieping waren er nog schuifdeuren en bijna onzichtbare ornamenten in het plafond. De deuren naar de gang waren afgedekt met triplex platen: wat daaronder zat konden we nog niet zien. De slaapverdieping, de derde verdieping, zag er erger uit: daar hadden krakers in gewoond. Overal waren lipssloten op de deuren wanden en plafond waren zwart geschilderd en langs het trapgat was de balustrade weggezaagd en een doorgaande wand van spaanplaat tot het plafond gemaakt.
We hadden voor dit huis gekozen
Onze makelaar raadde het ons met klem af om een bod uit te brengen op de twee verdiepingen. In de eerste plaats was het maar heel onzeker of de Gemeente akkoord zou gaan met het splitsen van het pand in drie wooneenheden met drie eigenaren. In die tijd mocht geen huurwoonruimte onttrokken worden. Verder zei de makelaar dat er wel heel veel aan het huis moest worden gedaan voor het een beetje bewoonbaar kon worden. Maar we hadden nu eenmaal voor dit huis gekozen en hebben doorgezet. De laatste dag van het jaar 1978 (ook de laatst mogelijke datum) kwam de splitsingsvergunning af en kon er verbouwd worden.
Veel hebben we toen zelf gedaan om de originele stijl te herstellen: het triplex ging van de duren en de diepe krassen die in de panelen zaten om de lijm beter te laten hechten werden weggewerkt. Van het plafond peuterden we lagen doorgerookt witsel af, tot er inderdaad een geometrisch ornament tevoorschijn kwam. Scheuren werden uitgekrabd en opgevuld. Sporen van een wastafel in de achterkamer op de tweede verdieping kwamen tevoorschijn en werden weer weggewerkt. Het keukentje met een granieten aanrecht was geschikt voor hele kleine mensen en dat werd eruit gesloopt. Er was geen echte badkamer in het huis, dus die moest worden aangelegd en ingericht.
Een veilige buurt
Tenslotte konden we verhuizen: de hele dag werden dozen en meubels naar binnen gehesen. Toen alles binnen was gingen we bij mijn zusje in Amstelveen eten. Bij terugkomst bleek dat de voordeur nog wagenwijd openstond. Na al die uren, dat de deur had opengestaan is er voorzover we weten, niemand binnen geweest want we misten niets. Het was duidelijk dat we in een (toen) veilige buurt waren komen wonen.
Veel van de bewoners in de straat waren op leeftijd: de familie Groothoff die onder ons woonde waren daar al in de oorlog gekomen: van de overkant. Hun zoon en dochter zijn opgegroeid op die ene verdieping (zonder badkamer) één hoog.
Toch waren er ook nog wel kinderen in de buurt: voordat de lagere school in de Willem Beukelsstraat begon was het een gezellig geroezemoes van kinderstemmen. Dat ging weer door in het speelkwartier en als de school uitging. Toen de school dichtging misten we dat vrolijke geluid.
Eerder gepubliceerd in Herinneringen aan de Zacharias Jansestraat – 2003
Geef een reactie