1917 – 1962
Door: Inez van Deudekom, (1952) dochter van Piet van Deudekom (1923-1966)
Mijn opa stond achter de vleeswaren.
Ik ben geboren in dit pand. Ik ben Inez van Deudekom. Mijn vader en moeder hadden deze winkel ongeveer 10 jaar van 1952 tot 1962. Ik weet nog dat onze zaak een zelfbedieningszaak werd. Mijn moeder stond vaak achter de kassa en mijn opa achter de vleeswaren. Mijn vader reed veel bestellingen rond in zijn Eend in de Indische buurt.
De winkel rook naar pas gemalen koffie. Je kon in de winkel je koffie malen. Als mijn vader fluitend naar boven kwam, dan was er een goede omzet gemaakt. We aten altijd met het hele gezin en met opa en met Nel Wokke die een paar jaar bij ons in de winkel heeft gewerkt. Zij woonde lang aan de overkant bij de heer Lukassen.
De huiskamer was echt niet groot. Daar stond ook altijd wel een boks. Ik speelde veel in het speeltuintje aan de overkant en naast ons is heel lang een stukje land vrij geweest. Daar speelde ik met mijn zusje boerenmeisje. Ook zette ik het winkelmandje op mijn poppenwandelwagen en met een hengsel omhoog met een luier vast gemaakt met knijpers een luier verbeeldde ik mij dat het echt een kinderpoppenwagen was. (Nooit gekregen was te duur.)
Boven in ons huis was een lange gang. Daar hing een schommel en mochten we rolschaatsen. De trappen in het trappenhuis kraakten enorm. Mijn zusje en ik sliepen vlakbij het trappenhuis en dat was erg angstaanjagend. Ik hoorde in mijn bed altijd de tram klingelen en de klok van de kerk aan de overkant. Mijn moeder ging altijd met ons wandelen in de Oosterbegraafplaats. Daar is mijn liefde voor dikke oude bomen begonnen. (Ik woon nu in Nijmegen vlak bij het bos)
Beneden was een grote kelder. Daar ging de fam. van Deudekom in de oorlog naartoe als er luchtalarm was. In de tijd dat mijn opa de winkel had, moest iedereen meehelpen. Het leven draaide om de winkel. Alleen om de winkel.
Als ik thuis kwam van de Clara Feyschool. (Ik zat bij juffrouw Vloeimans in de klas) zong ik eerst mijn nieuwste liedje voor mijn moeder bij de kassa. De klanten moesten even wachten. Mijn opa stond achter de vleeswaren. Van hem kreeg ik een stukje kaas. Het waren zorgelijke tijden. Mijn ouders moesten erg hard werken. De Gruyter kwam en werd een grote concurrent. De kleine winkels hebben zich nog wel met elkaar verenigd en samen ingekocht maar het mocht niet baten. Die zorgen kreeg ik ook mee als kind. Ik had grote oren.
Uiteindelijk moesten mijn ouders de zaak verkopen. De winkel heeft bestaan van ongeveer 1917 tot 1962. 45 jaar. Bij het 40-jarig bestaan was er een groot feest en zaten we aan een lange tafel bij opa in de gang en waren er echte koks aan het werk voor een diner. De ijstaart was het hoogtepunt voor ons kinderen. Mijn opa is er blijven wonen tot zijn dood. Jan ’67. Toen is pas het huis verkocht. Mijn vader stierf eerder op 13 september in 1966.
Mijn ouders kochten in 1962 een eengezinswoning in Schalkwijk Haarlem en wat was ik blij dat ik geen drie trappen naar beneden hoefde om te gaan spelen. De tuin werd ons paradijs. Mijn ouders beleefden een paar gelukkige jaren tot het noodlot toesloeg en mijn moeder met 5 kinderen achterbleef.
Mijn moeder is vier jaar geleden gestorven. Twee jaar voor haar dood zijn we nog een keer samen naar de kerk gegaan in de Martelaren van Gorkum en hebben we nog in de Van’t Hofflaan gelopen en naar ons oude huis gekeken. Mijn moeder vertelde veel verhalen, hoe het was om bij schoonouders in te wonen, op een kleine bovenwoning met vier kinderen. Hoe het was om vier kinderen naar buiten te nemen. Al die trappen op en af. Baby in de kinderwagen. Mijn moeder keek met gemengde gevoelens terug op die tijd. Ook toen stond de winkel erg centraal en al haar energie ging naar de winkel.
Hoogtepunten waren de geboortes van haar kinderen en dat ze veertien dagen in bed mocht blijven. Haar ogen glansden bij die herinnering.
De Watergraafsmeer is mijn geboortegrond. Ik kom er regelmatig. Ik ben zo benieuwd hoe oud ons huis is.Wie de eerste eigenaar was. Ik heb veel foto’s van de winkel.
Lees ook: Het verhaal van van ’t Hofflaan 19
Kees van der Woude zegt
Met mijn moeder als jongetje boodschappen doen bij van Deutekom was een feest. Je kreeg als kind altijd wel iets lekkers. Wij woonde in de Ferrarisstraat, een gezellige en mooie buurt. Ik ben geboren op de Middenweg nr 130 in het huis van mijn grootvader Willem van Laar. Zaken zoals van Deutenkom zijn er niet meer. Ik woon nu al 35 jaar in de Noord-Jordaan en daar zijn gelukkig ook nog veel kleine middenstanders. Je hebt meer contact en vriendelijke service. De geur van koffie in de zaak van v. Deutekom kan ik me nog herinneren .
Renate zegt
Inez van Deudekom. Ik ben ook in het pand geboren. 1963. Bovenste verdieping, een na laatste raam. Daar was de slaapkamer van mijn ouders. Er was inderdaad een lange gang. 10 meter.
Woonden jullie misschien in hetzelfde huis als wij?
Direct na jullie?
Inez van Deudekom zegt
Denk het wel. Jouw ouders hadden de winkel overgenomen
H. van der Molen-Zwart zegt
Mijn kruidenier
In 1956 kwamen wij in de Pasteurstraat 35 wonen, kwamen uit IJmuiden en moesten naar Amsterdam .mijn man werkte op de geleide honden school, viel niet mee want wij dachten altijd Amsterdam is een rare stad.
Maar wat een gezellige buurt was het toch, boodschappen bij Deud zoals we het noemden, om het hoekje zat een groentehalletje.
En juffrouw Nel die er werkte , mijn dochter van 4 jaar mocht met een briefje een boodschap doen, de hond liep dan mee.
Had geld gespaard voor een nieuwe jas, had ik gezien bij Loomans ..die dag ging ik eerst maar Deud , komt later de melkboer aan de deur, geen portemonai ..terug naar de winkel niet gevonden, er stond gelijk met mij een buurvrouw die wist ook niets .
En toen werd er s avonds gebeld en kwam een andere buurvrouw met een leeg blikje Buismanpoeder daar deed je dan een beetje van als je koffie maakte en er zat bijna 50 gl in die ik was verloren, ze had geld opgehaald in de buurt, toen was het huilen geblazen later de jas gekocht ..
Het was een heerlijke buurt .wij hebben er 27 jaar gewoond en mijn dochter later alleen heel wat jaren .
Nu zie ik op internet al de vernieuwingen prachtig maar het is niet zo gezellig vriendelijk groet ,Hannie 83 jaar
H. van der Molen-Zwart
Ad van Deudekom zegt
Levensmiddelen zaten in de DNA bij de van Deudekoms
Als zoon van Jan van Deudekom, de oudste zoon van Adrianus en broer van Piet, is het ook leuk om al die herinneringen te lezen. Voor mij zijn er niet zoveel, omdat wij in 1959 (ik was 10 jaar) verhuisden naar Deventer en daardoor kwam de familie minder in Amsterdam.
Jan (1922) heeft in de Retiefstraat (zie foto op Geheugen van oost) een kruidenierswinkel gehad en was aangesloten bij de Spar. De reden dat hij met de winkel stopte en naar Deventer verhuisde kwam, omdat hij vertegenwoordiger werd bij fijne vleeswaren Anton Hunink aldaar.
Het zal in mijn DNA zitten, want ik heb ook mijn opleiding in de levensmiddelensector gehad en ben jaren werkzaam geweest in deze sector.
Ad van Deudekom
2016