1956 – 1967
Verteller: Jan Nieuwstad (1948) woonde van 1956 tot 1967 in Betondorp. Zijn moeder had een sigarenwinkel op de hoek van de Ploegstraat en het Onderlangs.
Wel eens een politie te paard op de stoep een flesje sinalco zien drinken? Dit was wel eens een voorkomend beeld als Ajax op zondag thuis moest spelen. Betondorp werd overspoeld met auto’s van bezoekers. Het parkeren was toen al (rond 1960) een ramp op die zondagen. Twee rijen in de straat. Soms drie rijen dichtgebouwd. De eigenaren hielden er bij voorbaat rekening mee dat zij een bon kregen. Deze werd dan meestal door de vier of vijf inzittenden gezamenlijk betaald. Er was overigens bij de bewoners wel eens zorg hoe het zou gaan als er brand zou uitbreken, of als er een ziekenauto bij moest zijn.
Op de hoek van de Ploegstraat en het Onderlangs werd ook het verkeer geregeld. Op die zondagen deed moeder vaak de winkel gewoon open. Vooral op de momenten dat de bezoekers naar de wedstrijd toegingen dan wel terugkwamen uit het stadion. Er werd dan een flinke omzet gehaald. Als de wedstrijd was gewonnen werd er nog meer verkocht. Veel frisdrank, bier en snoep. Maar ook rookwaren. De aanwezige agenten hadden de winkelsluitingswet dan even ‘niet in de gaten’. Deze agenten werden op koude dagen trouwens wel van koffie voorzien. Soms waren er ook agenten te paard en die schenen tijdens het werk niet van hun paard af te mogen stappen. Deze werden dan keurig buiten bediend met hun aankopen.
M. Holtrop zegt
Was leuke tijd, hoorden ook het juichen bij een doelpunt. En een drukte van belang. Later kregen bewoners een pasje om t dorp in te komen met je auto omdat het toen verboden werd de,auto’s te parkeren tijdens wedstrijden en dat werd bij elke ingang goed gecontroleerd. Dat werd toen een stuk rustiger in het dorp.
Ingrid v d Brink zegt
Ja Jan dat waren leuke tijden.
Keken ook altijd wie er bij ons langs kwamen lopen of de auto parkeerden.
Johnny Kraaykamp die vloekend zijn auto liep te zoeken.
Veel gelachen.